6 mrt. 2021
De relatie tussen scrotumomtrek en vruchtbaarheid bij fokstieren
Vanaf deze voorjaarsronde wordt de ook scrotumomtrek van de stieren gemeten.
In landen die bekend staan als grootproducenten van vleesvee wordt vrijwel overal de scrotumomtrek van fokstieren als een belangrijke criteria gemeten. Deze belangrijke fokwaarde is volgens kenners de allereerste eigenschap waar een fokker naar moet kijken bij de keuze van een fokstier. In de meeste landen wordt er voor dat er een veiling voor fokvee plaatsvindt, de scrotumomtrek gemeten om de koper zo getrouw mogelijk te infomeren over de vruchtbaarheid van een fokstier. De vraag is natuurlijk hoeveel de ideale scrotumomtrek per ras en per leeftijd moet bedragen. Hiervoor is per ras een ideale scrotumomtrek berekend op een schaal die verdeeld is van sterk verminderde vruchtbaarheid tot en met excellente vruchtbaarheid. In Engeland staat de scrotumomtrek genoteerd op de EBV fokwaardenkaart en kan dus voor iedere fokstier worden afgelezen. Deze indicator bepaalt dus in belangrijke mate de genetische vruchtbaarheidswaarde van een fokstier, want het is een bewezen feit dat scrotumomtrek sterk correleert met de vruchtbaarheid van een stier.
Talloze wetenschappelijke onderzoeken bij vrijwel alle vleesveerassen hebben uitgewezen dat de spermakwaliteit bij jaarlingen substantieel verbetert wanneer de scrotumomtrek stijgt. Bij de meeste grotere vleesveerassen in Nederland rangeert de schaal van minimaal 30 cm naar ideaal 38 cm, afhankelijk van de leeftijd. Lager dan deze omtrek geeft vrijwel altijd problemen met de vruchtbaarheid of zijn stieren zelfs vroeg of laat geheel onvruchtbaar. Hogere waardes komen regelmatig voor en zorgen doorgaans ook voor excellente vruchtbaarheid.
Bovendien staat een goede scrotumomtrek altijd garant voor een hoge output van kwalitatief sperma, maar correleert een goede scrotumomtrek ook positief met de output van goed gevormde spermacellen. Dat betekent dus dat stieren met een grotere scrotumomtrek betere spermacellen produceren en dat moet iedere fokker wel positief in de oren klinken. Uiteraard is er nog een eigenschap van het scrotum dat vruchtbaarheid verbetert. Wanneer het scrotum lager hangt ontstaat er ook een iets lagere temperatuur van ongeveer 1,5 graden Celsius en dat geeft ook een positief effect op vruchtbaarheid.
Maar nu de voordelen die wat meer genuanceerd liggen. Stieren met een groter scrotum hebben ook een positief effect om vrouwelijke vruchtbaarheid te verbeteren. Wereldwijd zijn er testen gedaan bij meerdere rassen en de uitkomst was vrijwel altijd dat een hogere scrotumomtrek positief correleert met de eierstokfunctie van vrouwelijke nakomelingen, maar ook een vroegere rijpheid van de dochters van zulke stieren. In de Verenigde Staten is er een omvangrijke proef gedaan met Limousins en was de uitkomst als volgt:
Negen paren Limousinstieren van negen groepen van dezelfde tijdgenoten zijn bijeengebracht, waarbij de ene stier van het paar een groot scrotumomtrek had (gemiddeld 36,3 cm over de negen groepen) en de andere stier een klein scrotumomtrek (gemiddeld 28,5 cm over de negen groepen). Behalve deze fenotypische groepering zijn EBV (Estimated Breeding Values) gebruikt om de stieren te groeperen in “hoog”, “gemiddeld” en “laag”. Iedere stier heeft daarna een willekeurig samengestelde groep van 15 tot 20 koeien gedekt, voor driejaar lang, ieder jaar precies dezelfde koeien. Van 407 nakomelingen zijn de volgende fokwaarden gemeten: geboortegewichten, gewichten op 200 dagen en 400 dagen, kruis- en schofthoogtes, de vetdiepte en de oogspier gemeten (met ultrasound meting). Limousinfokker en vleeskenner Roland Kleine uit Almen legt uit wat de oogspier is: "De oogspier is het hart van de fijne rib net voor de lendenen. Deze spierbundel is het verlengde van de "faux fillet" die in Nederland onterecht entrecote heet. De Fransen bedoelen met de entrecote, de fijne rib. Het hart van de fijne rib lijkt op een oog, vandaar dat de Angelsaksen het Ribeye noemen. De dikte van de Ribeye is een kwantiteitskenmerk qua vleesproductie". Tot zover Roland Kleine.
Terug naar de proef. Van 210 vrouwelijke nakomelingen zijn bloedmonsters getrokken toen zij gemiddeld 11, 13 en 15 maanden oud waren om te bezien hoever zij de pubertijd hadden bereikt. Pubertijd of volwassenheid is immers een belangrijk keerpunt ten aanzien van vruchtbaarheid.
De uitkomst van de proef was verbluffend:
Er bestaat uiteraard een geringe variatie in scrotumomtrek tussen de verschillende rassen. Het grootste verschil bedraagt ongeveer 1 cm. Maar de ideale scrotumomtrek van de grotere vleesveerassen zoals we die in Nederland kennen, geeft met de schaal van 32 tot 38 cm een prima indicatie van de vruchtbaarheid van een stier.
Leeftijd van de fokstier |
Gemiddelde scrotumomtrek |
in maanden |
grotere vleesveerassen NL |
12 tot 14 |
32 |
15 tot 20 |
33 |
21 tot 30 maanden |
34 |
ouder dan 30 |
36 |
Conclusie:
Behalve scrotumomtrek bestaat er ook steeds de vraag op welke leeftijd een fokstier effectief kan worden ingezet bij een kudde. Hiervoor zijn bruikbare handvaten beschikbaar die op basis van wetenschappelijk onderzoek naar voren zijn gekomen.
Leeftijd van de fokstier |
Aantal koeien per dekseizoen |
16 tot 24 maanden |
15 tot 20 |
24 tot 36 maanden |
20 tot 30 |
ouder dan 36 maanden |
30 tot 40 |
Wanneer de stier in een aparte ruimte staat en de koe wordt aangeboden wanneer zij tochtig is, kunnen de aantallen met ongeveer 30% worden verhoogd.
Artikel door Teus Dekker, bronnen: AVS, BLCS, Tom Hamilton en Deb Stark (OMAFRA Canada), Universiteit van Gent.
Deze website maakt gebruik van cookies. Op deze manier kunnen we ervoor zorgen dat uw surfervaring nog aangenamer wordt. Raadpleeg ons privacybeleid voor meer informatie